Ik ben gekomen om te kijken.
Gegaan om niet te zien.
Om niet te vergelijken.
Of dat jij wel krijgt, wat ik verdien.
Want jij wilde niet meer.
Je liet het afweten.
Voor de zoveelste keer.
Heb ik voor niets staan zweten.
Mijn hart kan niet begrijpen.
In mijn hoofd alleen maar ruis.
Een oog deed ik dichtknijpen.
Maar ze ging alleen, weer naar huis.
Maar het is goed zo.
Ik vindt wel weer m’n weg.
Ga ik door onder het motto: yolo.
Soms heb ik gewoon dikke pech.