Met mijn mond maak ik woorden,
maar spreek ze soms niet uit.
Met mijn voeten wil ik verder,
weer een stap vooruit.
Met mijn handen typ ik zinnen,
leg ik alles vast.
Steeds opnieuw mag ik beginnen
en soms in het duister tast.
Met mijn hoofd schud ik heen en weer.
Erger me soms aan dingen.
Ik stoot me, het doet zeer.
Moet ik me bedwingen.
Met mijn ogen kijk ik de wereld in,
zie ik jou gezicht.
Ga ik niet meer terug naar mijn eerste zin.
Maar steeds meer vooruit,
blijf ik in het licht.