Ik voel iets stromen.
Pak pen en papier.
Maar woorden willen niet komen.
S ‘middags om vijf voor vier.
Weinig voor nu, veel van wat was.
Nog een niets zegende zin.
Ik weet het even niet, ik pas.
Meer zit er nu niet in.
Het even niet weten.
Weinig op papier.
Maar verleden niet vergeten.
Ik val in slaap, s ‘nachts om half vier.
Alleen maar gekrabbel.
Wat loze zinnen op papier.
Alleen maar wat gebrabbel.
Ik stop voor nu, even tot hier.