Ik liep door dromenland en jij liep met me mee,
we liepen samen door bos en langs de zee.
ik keek naar jou en jij lachte naar mij,
we genoten in stilte, wat voelde we ons vrij.
We gingen zitten op een bankje onder een boom,
Alleen daar samen, ik vond dat heel gewoon.
Maar opeens sprak jij met je mooie zuivere stem,
wat ben ik blij dat ik hier samen met jou ben.