Te klein, te weinig, te zout, te zuur,
Te vies, te groot of veel te duur.
Te grijs, te fel, te donker, te licht,
Te dichte mist, verdwenen uit het zicht.
Te ver, te koud, gevonden of kwijt,
Te snel, te vaak of nooit op tijd.
Te veel, te kort,
te druk, te vroeg,
Te warm, te stil,
Reden genoeg.
te laat, te lang, wachten in de rij.
Maar de mooiste, leukste reden,
dat ben jij.