Ja, nee of misschien.
Vandaag of morgen maar gister is te laat.
Willen we ons nog zien.
Of houden we elkaar aan de praat.
Gedachten aan vroeger vervliegen in de wind.
Ik kijk naar jou om te zien wat jij ervan vind.
Het is gezellig, gelukkig zitten we binnen.
Want buiten gaat de regen beginnen.
Maar veel boeit me dat niet.
Ik kijk weer naar jou.
Naar hoe leuk je er uit ziet.
Weet niet meer wat ik vertellen wou.
Ik ben benieuwd wat het worden zal.
Ben nog steeds de regels aan het leren.
Misschien bang dat ik val.
Gaan we het wel of toch niet proberen.