Ik weet niet hoe of waarom.
Niet wanneer of waar.
Het is nogal krom.
Het voelt wat raar.
Ik weet niet wat of hoeveel.
Niet van wie of waarvan.
Niet onder invloed, in z’n geheel.
Weet er gewoon weinig van.
Ik weet maar weinig tot niks.
Keek in het verleden, te lang.
Het is een rare soort mix.
Maar ben voor het onbekende niet bang.
Ik weet wel wat ik wil.
Weet redelijk wat ik kan.
Ik sta niet stil.
Maar trek mijn plan.